Door Maggie
Op Pinksterzaterdag 8 juni pikken Christiaan en Mon ons ( Annick, Luc en Maggie ) rond half een ’s middags op. We rijden richting IJmuiden voor onze trip naar de Farne Eilanden, een eilandengroep in Noordoost–Engeland op de grens met Schotland.
Bij aankomst zien we onze reisleiders al staan, herkenbaar aan hun petjes van Delta Safari. We ontvangen de boardingtickets, nog even langs de douane en kunnen dan aan boord van de “King Seaways” en dan op naar dek 11 voor onze kajuit.
Om 17:00 uur stipt staan we in het ORCA-centrum – tussen dek 7 en 8 en zien de sleepboot de “King Seaways” van de kade slepen. Hoogst uitzonderlijk blijkt, maar met windkracht 10 (code oranje) geraakt het schip niet op eigen kracht uit de haven. We zijn maar net buiten op zee, of het schip begint te stampen en te rollen, de golven spuiten tot dek acht.
Na een woelig nachtje varen bereiken we de Engelse kust waar we worden verwelkomd door de Jan Van Genten en de Noordse stormvogels. We speuren naar witsnuitdolfijnen, dwergvinvissen en bruinvissen op de nu gladde zee, maar die laten zich niet zien op deze stralend zonovergoten morgen. We ontbijten om 7 uur, een 4 sterren hotel waardig.
We zetten ons horloge 1 uur terug en gaan rond 9 negen uur Engelse tijd van boord in Newcastle richting de bus die ons een uur later afzet in het pittoreske gehucht Seahouses.
Voor het vertrek naar de eilanden krijgen we een polsbandje, ten teken dat de toegang tot het eiland is betaald aan de National Trust, de Britse natuurmonumenten die de eilanden beheren.
We gaan aan boord van de witte catamaran Serenity, deze vaart met ons meer dan een uur langs de binnenste en de buitenste eilandengroep.
We fotograferen de indrukwekkende vuurtorens en de kapitein vertelt ons het verhaal van de vuurtoren van Longstone waar Grace Darling samen met haar vader William op 7 september 1838 met een roeiboot tijdens een enorme storm negen opvarenden redden die met hun raderstoomboot
“SS. Forfarshire” op de rotsen strandde.
We zien al snel de eerste “Puffins” en zeekoeten bij de boot. Bij de achterste eilanden liggen de grijze zeehonden heerlijk op de rotsen te zonnen. De kapitein vaart de boot in allerlei kreekjes en baaitjes en draait en keert de boot zo dat iedereen alles kan fotograferen en bekijken.
We zitten net in een scene van ”National Geographic “(maar dit is echt !!)
Tienduizenden zwart-witte vogels zitten op de kliffen en rotsen te broeden
Het is echt spectaculair om te zien waar ze hun nesten hebben gebouwd.
We zien enorm veel alken en de zeldzame kuifaalscholver, ook enkele brilzeekoeten, eidereenden, visdiefjes en drieteenmeeuwen, al dan niet zittend op het nest. Hier en daar is er reeds een ei uitgekomen en piepen er jongen.
We mogen aan land op Inner Farne waar we langs een planken pad lopen tussen de aanvallende en pikkende Noordse sterns.
We gaan op zoek naar de broedplaatsen van “de clown onder de zeevogels” de papegaaiduikers. Wat zijn ze mooi met hun droevige oogjes en oranje snavels en zo fotogeniek. Het is even oefenen om de snel vliegende vogels met tientallen visjes in de snavel scherp op de foto te krijgen.
En dan worden we plots door de reisleiders terug richting pikkende sterns naar de boot gedirigeerd. Onze tijd is omgevlogen, slechts 1 uurtje is de bezoektijd om de dieren terug hun rust te kunnen gunnen. Terug richting bus en de boot op om te genieten van een heerlijk diner met alles er op en er aan.
We genieten van een super mooie zonsondergang en voldaan kruipen we ons bedje in. Als we ’s morgens wakker worden varen we tussen de windmolenparken en olieplatformen.
Rond 10 uur meren we in de haven van IJmuiden aan. “44 uur” later op Pinkstermaandag zijn we ’s middags terug thuis. Het was weer een geweldige fototrip en ondanks dat hij maar 44 uurtjes duurde de moeite waard. Op naar de volgende ….